Behandeling PTSS
Je begint bij de huisarts. Die stelt je een paar vragen over de oorzaak en je klachten. Ook of je andere lichamelijke ziektes of psychische stoornissen hebt.
In overleg met je huisarts kies je tussen medicijnen en een psychologische behandeling, of beide. Een psychologische behandeling werkt meestal het best.
Psychologische behandeling Exposure in vivo Exposure betekent: blootstellen. In vivo betekent: in het echt. Tijdens deze therapie oefen je in kleine stapjes, dat wat je juist uit de weg gaat. Je merkt dat je steeds minder spanning en angst voelt.
Cognitieve gedragstherapie Exposure in vivo gaat vaak samen met cognitieve gedragstherapie. Samen met de behandelaar kijk je naar je eigen gedrag en naar je manier van denken. De sessies zijn gemaakt om je gedrag en je manier van denken te veranderen.
Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) Bij EMDR herinnert de therapeut je actief aan het trauma. Tegelijkertijd volg je de vingerbewegingen van de therapeut met je ogen, hoor je in een koptelefoon afwisselend klikjes aan je rechter- en linkeroor of krijg je zachte tikjes op je linker- en je rechterhand. Daardoor stimuleert de therapeut je beide hersenhelften. Deze methode werkt goed bij de behandeling van PTSS.
Medicijnen:
Antidepressiva kunnen de behandeling met psychotherapie en/of EMDR ondersteunen. Medicijnen zijn nooit de enige behandeling bij PTSS.
Rustgevende middelen (benzodiazepinen, zoalsdiazepam) zijn minder geschikt bij PTSS. Uit onderzoek blijkt dat deze middelen de klachten bij PTSS kunnen verergeren in plaats van rust geven. Slik deze middelen dus niet zonder overleg met uw arts.
Maak jouw eigen website met JouwWeb